Trekking Himalaya - Poonhill - part 1



Onze trekkingtocht door de Himalaya begint met een erg avontuurlijke reis boven op een zwabberende lokale bus, zo’n 3 meter in de lucht, samen met andere toeristen en lokale mensen. Vanwege het brandstof te kort rijdt er maar eens in de zoveel uur een bus en deze fungeert dan ook als een volbepakte muilezel met ons op zijn rug. Erg comfortabel is het niet, maar een intens gelukkig gevoel opborrelt in mijn borst en hart terwijl ik mij met alle macht probeer vast te houden en het dagelijkse leven in de traditionele Nepaleze dorpjes voorbij zie komen. De bus stopt en de ruim 20 mensen die bovenop de bus zitten worden gedirigeerd naar beneden te komen en zichzelf in de overvolle bus te proppen, omdat we van de politie niet verder mogen rijden bij een soort controlepost. Na vijf minuten is de bus te vergelijken met een overvolle zak popcorn waar af en toe een arm, een been of een hoofd ergens uitschiet en na een kilometer mogen we onze ‘luxe’ plaats bovenop het dak weer aannemen. We rijden langs de meest inmens hoge kliffen en ravijnen en met mijn klamme handen lukt het mij om enigzins een veilig gevoel te creeren waarbij ik alle normen en veiligheidsregels die ik ooit geleerd heb overboord gooi. Een fantastische ervaring!

Na ruim 2 uur komen we aan bij het startpunt van onze trekkingtocht door de Himalaya, namelijk in een idyllisch en traditioneel dorpje met de naam Nayarpull. Veel tijd om de eerder opgevouwen benen even te relaxen hebben we niet, want we starten direct met wandelen. Onze 54 jarige - mannelijke gids Dille, geheel gekleed in een synthetische broek en tshirt draagt onze gehuurde backpack en samen met de zoon van de familie waar we in Pokhara verblijven zetten we eerste stappen op onze Poonhill trek! De zon schijnt hevig en met een grote glimlach aanschouwen we met een open mond de eerste indrukken terwijl we balanceren op de soms smalle aangelegde paadjes van grote natuurpuinstenen en er regelmatig een roedel van ruim 300 berggeiten ons met een flinke snelheid passeren op weg naar Pokhara om verkocht te worden voor het festival. Een verscheidenheid van gekleurde en grote vlinders laten ons als kleine kinderen wijzen en elkaar luidzeggend de ander op de bijzondere vlinder wijzen.

Water zo helder dat je alles op de bodem kunt zien en benoemen, ingehaald worden door muilezels en gespierde kleine paardjes die naar een dorp af reizen om hen en de bezoekende toeristen te voorzien van eten en drinken, stromende beekjes waar je het liefst een duik in zou willen maken omdat de brandende zon tijdens een flinke klim zorgt voor oververhitting van het lichaam en vooral het hoofd en de korte pauzes bij kleine zelfgebouwde hutjes waar we iets eten en drinken zorgen er onder andere voor dat we het grootste gedeelte met twinkelende ogen en een grote glimlach de eerste 2100 meter bedwingen. Het andere gedeelte laten we elkaar met rust en vragen we onszelf eenpaar keer af waarom we dit ook alweer gingen doen, want ondanks het uitzinnige enthousiasme is het een vrij zware trekkingtocht die na de eerste dag vooral goed te voelen is in de benen en we zijn het er over eens dat dit lichamelijk gezien de zwaartse ervaring in ons jonge leven is. Als we na ruim 7 uur lopen aankomen bij het eerste theehuis in Ulleri op 2100 meter hoogte geven we elkaar een high five en ervaren we het nemen van een koude douche als de lekkerste waterstralen die we ooit hebben gevoeld. In de avond zitten we met andere toeristen en locals bij een kampvuur en genieten we van een smaakvolle maaltijd met het vooruitzicht op een goede nachtrust in een provosorisch kamertje aan de rand van een klif met uitzicht op de vallei en haar sluimerende witte wolken.

Volgens Dille, onze gids, hebben we de zwaarte klim gehad, maar wanneer we na een fantastisch uitzicht op de witte bergpunt van de Annapurna, starten we aan de tweede dag klimmen waarbij de eerste paar uur flink omhoog gaan. Ditmaal trekken we door de hoog gelegen jungle welke getekend wordt door een schel en piepend geluid wat wordt gemaakt door een sprinkhaantje, diepe afgronden waar we bruisende beekjes en watervalletjes zien. Ik loop als een ‘bumperklever’ in een soort van meditatie achter Dille aan. Ik kijk naar zijn voeten en volg zijn voetstappen, neem precies hetzelfde tempo aan en gebruik mijn zojuist aangeschafte wandelstok, waardoor ik mijzelf in staat stel om deze klim te behalen. We komen in een soort flow, waardoor het zelfs nog uren vol te houden zou zijn als deze ambitie aanwezig zou zijn, ondanks de verzuring en pijn in het lichaam.

Na 6 uur komen we aan in het volgende traditionele dorpje Ghorepani op 3000 meter, welke wordt bestempeld als kruispunt voor alle trekkingtochten in dit gedeelte van Nepal. We slapen in een lokaal theehuis waar de houtkachel al heerlijk staat te branden en waar wij gretig onze handen aan warmen, want na een fikse regenbui en een temperatuur van rond de zeven graden is alles nat en koud.

Morgen zal de wekker ons rond 04.00 uur wakker maken en gaan we een klim tegemoet van 45 minuten richting de 3210 meter om een van de mooiste zonsopkomsten in Nepal te zien, namelijk een uitzicht op de hoogste Himalaya met wit bedekte sneeuwtoppen te zien. Uiteraard kijken we hier heel erg naar uit hopend op een heldere lucht. Vervolgens zullen we morgen en overmogen nog ruim zeven uur trekken door het himalayagebergte om zaterdagavond terug te komen en neer te vallen op ons knusse tweepersoonsbedje.

Elektriciteit en vooral wifi zijn een luxe in Nepal, maar zojuist hebben we vernomen dat we zondag gaan starten met het aanschaffen van goederen en middelen die we maandag en dinsdag gaan brengen in debergdorpen waar het hard nodig is. We zullen dan kamperend overnachten, tussen of ergens bij de bergdorpen. Spannend!